Lokaal hout voor lokale energie kan tot nog toe zonder subsidie in weinig gevallen uit. Daardoor wordt deze vorm van duurzame energieopwekking \u2013 met overigens kwalitatief een groter perspectief dan kwantitatief \u00a0\u2013 nog weinig toegepast. Alle parameters moeten de goede kant op staan voor een casus met verdienruimte. Dat is mijn ervaring met het vertalen in getallen van Hout naar Warmte ketens. Een volgende blog zal gaan over succesfactoren voor deze verdienruimte.
\nSubsidie op de investering of op de geproduceerde energie zorgt ervoor dat de eigenaar van een installatie meer voor de biobrandstof kan betalen. Voor meer verdienruimte in de keten. Dit is een reden dat onze houtige biomassa nu vaak over de grens naar Duitsland, Denemarken of Belgi\u00eb verdwijnt. De extra transportkosten ten spijt. Of dat het na pelletisering en\/of torrefractie wordt meegestookt in onze kolencentrales.
\nEen gelijk speelveld voor lokale biomassa voor lokale energieopwekking zou zeer wenselijk zijn. In de eerste plaats omdat het eerlijk is, omdat het klimaatrendement groter is en omdat het kans geeft voor lokale werkgelegenheid en duurzaam bos- en landschapsonderhoud.<\/p>\n
Daarbij staan kolencentrales staan ter discussie<\/a>: per geleverde hoeveel energie is er relatief veel CO2 emissie, slecht voor het klimaat dus en zijn er vraagtekens rondom de duurzaamheid van de ge\u00efmporteerde biomassapellets uit VS en Canada die worden meegestookt. Daarover straks meer.<\/p>\n Een gelijk speelveld<\/strong> Het resultaat is dat er meer ZZP\u2019ers en agrari\u00ebrs in transitie actief zijn in landschapsonderhoud, dus meer werkgelegenheid. Door de lokale markt vloeien sowieso meer euro\u2019s terug naar de lokale economie. Voor vertrouwen van de warmteconsument\u00a0 is het ook hier nodig dat het hout komt uit duurzaam beheerd bos- of landschap, en stimuleert. Op lokaal niveau is de relatie tussen duurzaam beheer en energieopwekking makkelijker aan te tonen.<\/p>\n Duurzaam beheer<\/em><\/strong> Hans Carl von Carlowitz<\/a> schreef Sylvicultura oeconomica, oder hau\u00dfwirthliche Nachricht und Naturm\u00e4\u00dfige Anweisung zur wilden Baum-Zucht<\/em>\u00a0(1713). Hij beschreef als eerste het begrip duurzaamheid in de bosbouw. Zijn familie was al generaties actief in het bosbeheer in het Saksische Ertsgebergte. De mijnen en smelterijen hadden veel hout nodig en de bevolking groeide. \u00a0Er was grote houtschaarste. In zijn boek vatte von Carlowitz de verzamelde bosbouwkennis die in de 30 jarige oorlog was weggezakt samen en vulde die aan met ervaringen uit Europa. Na zijn studie rechts- en staatswetenschap en nog meer had Hans Carl immers Europa rondgereisd.<\/p>\n Oogst uit de jaarlijkse bijgroei[5]<\/a> in bossen is heel goed te combineren is met natuurdoelen en recreatie. Oogst stimuleert\u00a0zelfs de bijgroei, waardoor het bos meer koolstof vastlegt. \u00a0<\/em>\u00a0<\/em>Wil je ervaren en weten hoe bos groeit en hoe je bos duurzaam kunt beheren, volg een cursus over bosbeheer. Ik kan je een aantal van mijn collega\u2019s die deze geven van harte aanbevelen: heel leuk. Je kijkt nooit meer hetzelfde naar het bos. Garanties<\/strong> voor biomassa uit duurzaam beheer.<\/strong> Zoveel Nederlands hout is er niet Irma Corten, vertaalt van \u2018hout naar warmte\u2019 en andere ketens in getallen, berekent verdienruimte <\/p>\n ————– [1]<\/a> De SDE+ subsidie heeft tot doel om duurzame energie te stimuleren.<\/em><\/p>\n [2]<\/a>\u00a0In\u00a02015 waren\u00a0er voor het eerst SDE+ mogelijkheden voor verwarmen op biomassa vanaf een opgesteld vermogen van 500 kW tot 5 MW. Hiervoor was de SDE+ bijdrage 5\u00a0\u00a0\u20ac\/GJ. Voor installatie tot 500 kW bestaat tot op heden\u00a0geen SDE+.<\/em><\/p>\n [3]<\/strong><\/em><\/a> Bij SDE+ is de subsidie bij WKK gelijk voor een nuttig aangewende kWh warmte en een kWh elektriciteit. Voor <10 MWe is dit in fase 1: [4]<\/strong><\/em><\/a> 90 % van \u00a045 \u00a0respectievelijk 16\u00a0= ca. 41\u00a0\u20ac\/ton of 14\u00a0\u20ac\/m3 G30 verse snipper<\/em>s.<\/p>\n [5]<\/a> In m3<\/sup> hout\/ha\/jaar<\/p>\n Disclaimer: Hoewel deze tekst\u00a0met de grootst mogelijke zorgvuldigheid is geschreven,\u00a0kunnen aan deze tekst\u00a0geen rechten worden ontleend aan of aanspraak worden gemaakt\u00a0op de juistheid \u00a0van de inhoud.<\/p>\n","protected":false},"excerpt":{"rendered":" Een kans voor \u2018lokaal voor lokaal\u2019. Een kans voor het landschap! Stel: \u00a0subsidie voor kleinschalig verwarmen op hout is gelijk aan de SDE+[1] voor bijvoorbeeld meestoken in kolencentrales\u00a0[3]\u00a0 of grootschalig verwarmen op hout >500 kW\u00a0[2]. – Dat zou een enorme kans zijn voor ons bos en landschap in Nederland. Voorwaarde is dan wel dat de … Lees verder Wat als? een gelijk speelveld SDE+<\/span>
\nEen scenario: de subsidie is bij de lokale houtketel even hoog als bij grootschalig verwarmen op hout >500 kW en <5MW. Namelijk 5\u00a0\u20ac\/GJ per geproduceerde\u00a0hoeveelheid warmte\u00a0in 2015 \u00a0<\/em>[3]<\/a>\u00a0. Bos- en landschapsbeheerders zouden daar blij van worden. Ze moeten zelfs oppassen dat ze niet te blij worden. En zorgen dat ze duurzaam blij blijven. Met een rendement van een \u2018hout naar warmte\u2019-ketel van ca 90 % betekent dit, dat er ca. 41\u00a0\u20ac\/ton of 14\u00a0\u20ac\/m3 G30\u00a0[4]<\/a> verse snippers meer verdienruimte in de keten. In theorie kan dit aan duurzaam bos- en landschapsbeheer kunnen worden gespendeerd. Een agrarisch natuurvereniging komt daarmee een heel eind om de houtwallen en de elzensingels, etc. te onderhouden: dit kost nu zo\u2019n 70 tot 90 \u20ac\/ton vers volgens bijgehouden gegevens van agrarische natuurverenigingen. Het zogenaamde hooghangende fruit: vaak nu niet geoogst vanwege de kosten.
\n
\nCo\u00f6peraties voor duurzaam landschap- en bosbeheer
\n<\/strong>Met een actieve benadering kunnen co\u00f6peraties voor duurzaam landschap- en bosbeheer ervoor zorgen dat er meer verdienruimte terugvloeit naar het beheer. Er is dan wel een keten met verdienruimte nodig. Lokale co\u00f6peraties, zoals BiomasSalland of Stoken op Streekhout werken of willen gaan werken met dit concept.<\/p>\n![\"BIOMASSALLAND-Landschapsonderhoud\"](\"http:\/\/www.groenemassa.nl\/wp-content\/uploads\/2015\/11\/BIOMASSALLAND-Landschapsonderhoud-300x200.jpg\")
<\/a>
\nDuurzaam beheer is boseigenaren en \u2013beheerders niet vreemd. Dat is hun belang, hun werk en doorgaans hun passie. Kijk bijvoorbeeld bij de Pro Silva<\/a> beweging. Een van de vroege duurzaamheidsdenkers – Hans Carl von Carlowitz 1645-1714 – komt niet voor niets uit de bosbouw.<\/p>\n![\"duurzaamheid-carl-von-carlowitz\"](\"http:\/\/www.groenemassa.nl\/wp-content\/uploads\/2015\/11\/duurzaamheid-carl-von-carlowitz-300x180.jpg\")
<\/a>
\n\u201cWie een tuin heeft, weet het. Kleine boompjes worden groot. En wil je tuin niet helemaal dichtgroeien, moet er af en toe een struik uit of flink worden gesnoeid. Er is bijgroei, productie!\u201c<\/p>\n
\nToch is duurzaam beheer van en \u2018accountability\u2019 voor het bos niet overal vanzelfsprekend. Door bijvoorbeeld grote korte termijn belangen, of als er een exploitant is die weinig belang heeft bij duurzaam beheer, als de eigenaar onduidelijk is of weinig betrokken. Komt de biomassa van om de hoek, dan kun je zelf of bekende deskundigen zien hoe het bos of de houtwal groeit.
\nBiomassa uit bos dat volgens FSC en PEFC maatstaven beheerd wordt is aantoonbaar duurzaam. Komt de biomassa van verder weg dan biedt dat zekerheid. FSC en PEFC vinden hun oorsprong bij milieubeweging, respectievelijk organisaties van boseigenaren. De bosbouw \u2013 althans die in Europa \u2013 kent een lange traditie in duurzaamheidsdenken.
\nHelaas komt de biomassa voor meestoken in kolencentrales nog niet of nauwelijks uit FSC of PEFC gecertificeerde bossen.
\nSDE+ gaat uit van andere duurzaamheidscriteria<\/a>, ontstaan vanuit de behoefte van de subsidie, lees energiesector. Bij gebrek aan gecertificeerde bosarealen volgens deze \u00a0criteria wordt vooralsnog uitgegaan van een \u2018groeipad\u2019 waarbij nog niet volledig aan de criteria hoeft te worden voldaan. Dus wees waakzaam als het bos en het klimaat je lief is!<\/p>\n
\n<\/em><\/strong>Mijn visie is dat voor duurzame en flexibele energievoorziening de toekomst meer ligt in wind, zon, water, geothermie, warmtepompen en \u2026 dan in Biomassa. Toch is er zeker een plaats voor biomassa, mits deze echt voortkomt uit duurzaam beheer en het hoogwaardiger toepassingen niet verdringt.
\nVoor Nederland \u2018lokaal voor lokaal\u2019 zijn de mogelijkheden beperkt. In een potentieelstudie van Probos (2014) blijkt dat in 2014 duurzaam beheer van natuur, bos- en landschap, en zagerijresten binnen en buiten de bebouwde 16 Petajoule oplevert en er een potentie is van 26 Petajoule in 2020. Op een totaal van ca. 3000 PJ (in 2014) primair energieverbruik is dat niet zoveel. We komen dan tussen de 0,5 en 1 % van ons totaal energieverbruik uit. Om dat aandeel op te krikken moet er nog aardig wat aan energiebesparing gedaan worden ;-). Kwantitatief zijn de mogelijkheden om energie uit biomassa uit het Nederlandse bos en landschap bescheiden. Kwalitatief zeker interessant.<\/p>\n
\nZilverberg advies<\/a>, onafhankelijk adviseur voor een fraai en functioneel landschap<\/p>\n
\nondersteunt initiatieven in het maken van strategische keuzes in de keten en het organiseren van een duurzame keten
\nwerkt met Freijaman BV aan een kosten-opbrengsten module bij het web-based managementprogramma voor beheer en onderhoud van landschap BOOMapp<\/a>
\nkennis van bos- en landschapsbeheer
\nvolgt actief de ontwikkelingen in de duurzame energie en Biobased grondstof<\/p>\n
\nZorgpuntje:
\nDe marktprijs, principes en de lagere productiekosten \u2013chippen is duur-\u00a0 zorgen er in Nederland nu nog voor dat het hout nu voor de meest hoogwaardige toepassing wordt ingezet.\u00a0 Dus zaaghout eerst.\u00a0 Met subsidie voor verwarmen op hout be\u00efnvloed je het speelveld in het voordeel van biomassa boven hoogwaardiger toepassingen.<\/p>\n
\n12 \u00a0\u20ac\/GJ. \u00a0Voor bij- en meestook bij kolen geldt voor\u00a0de nuttig aangewende warmte afkomstig van\u00a0hernieuwbare brandstof\u00a0een subsidie van\u00a015 % van het subsidie bedrag voor elektriciteit\u00a0: voor fase 1 in 2015, is dit 15 % van 7,5 \u20ac\/GJ.<\/em><\/p>\n